Verder op zee….
Nieuwe windturbineparken worden groter. Ze gaan steeds meer elektriciteit opwekken en zullen met vermogens van 1000 MW vergelijkbaar worden met conventionele elektriciteitscentrales op land. Nu zijn de offshore parken Gwynt y Môr en Gemini de grootste met respectievelijk 576 en 600 MW. De afstand tot de kust van toekomstige projecten worden steeds groter. De Duitse windturbineparken staan nu al meer dan 50 km uit de kust. Windturbinepark Gemini ligt 85 km uit de kust. Bij dergelijke afstanden is het het verhelpen van storingen en het doen van onderhoud door de lange vaartijden niet meer doenlijk om adequaat te kunnen opereren. Daarom wordt er gedacht aan accommodaties op zee zoals hotels op kunstmatige eilanden in de Noordzee
Tennet brengt juni 2016 opnieuw ideeën voor een haveneiland van 2009 naar buiten. In 2009 was Tennet ook deelnemer binnen het samenwerkingsverband HEDEN (HavenEiland Duurzame Energie Noordzee) om haveneilanden op de Noordzee te ontwikkelen voor de elektrische infrastructuur (transformator en converter stations) en hotels voor onderhoudspersoneel voor de windturbineparken.
De plannen voor een haveneiland op zee zijn opnieuw uit de kast gehaald omdat inmiddels wordt ingezien, dat windenergie een serieuze aangelegenheid wordt en de uitdaging niet alleen is om windmolens op zee te bouwen, maar om ze ook te onderhouden. Om ze aan het draaien te houden is het noodzakelijk om ter plaatse onderhouden personeel bij de hand te hebben.
Accommodatie op poten (jacket) op zee
Energiebedrijf Vattenfall heeft voor het onderhoud van de Duitse windturbineparken Dan Tysk en Sandbank (2015) op een 40-meter hoge jacket fundering een “hotel” gebouwd voor 50 personen, 70 kilometer ten westen van het eiland Sylt. Er zijn naast hotelkamers en restaurant, een leeszaal, ziekenboeg, apotheek en recreatieve activiteiten aanwezig. Het bouwwerk is afgekeken van de platforms van de olie- en gasindustrie.
Slapen op de golven
Daarnaast wordt ook gedacht aan accommodatie-schepen die enkele weken met personeel op zee verblijven zoals door scheepsbouwer Daamen is ontwikkeld. Er zijn 67 kamers voor technici beschikbaar en er voldoende dek-ruimte voor onderdelen en gereedschap om het onderhoud aan windturbines te kunnen plegen.
Service eilanden
Een stap verder is de ontwikkeling van service-eiland waarop meerdere functies dan alleen het accommoderen van onderhoudspersoneel mogelijk is. Zo’n eiland kan op meerdere manieren grootschalige windenergie op zee faciliteren. Het kan een knooppunt zijn in de elektrische infrastructuur die noodzakelijk is voor de (offshore wind) energiecentrales en aansluitingen naar meerdere landen (inter-connecties). Een goed ontworpen en gepositioneerd eiland kan het bouwen en onderhouden van windturbineparken op zee vergemakkelijken en goedkoper maken. Het elektriciteitstransport naar de wal kan gebundeld plaatsvinden door middel van een elektrische HVDC verbinding. Risico’s tijdens de bouw- en operationele fase zullen door een eiland op zee worden verkleind. Vaartijden kunnen worden verkort en offshore transformatorstations kunnen worden gerealiseerd: het stopcontact op zee.
De Nederlandse overheid streeft uitdrukkelijk naar meervoudig ruimtegebruik binnen de gereserveerde gebieden voor windenergie. Men denkt daarbij vooral aan marine aquacultuur. In het Integraal Beheerplan Noordzee 2015, herziening, wordt aangegeven dat het rijk initiatieven voor meervoudig ruimtegebruik op experimentele basis in overweging neemt en mogelijk zal faciliteren. Nederland zou als eerste initiatief kunnen nemen met een dergelijke eiland, op een goed gekozen locatie op de Noordzee. Meerdere bedrijven verenigd in de Stichting “Haven Eiland Duurzame Energie Noordzee” (HEDEN) partijen en bedrijven werd gekeken hoe eilanden op de Noordzee ontwikkeld kunnen worden. Er zijn vele ontwerpen van dergelijke eilanden gemaakt.
Functies:
Mogelijke functies van een service-eiland:
- haven voor de onderhoudsschepen van windturbineparken.
- Hotels voor onderhoudstechnici.
- bouwplaats voor de elektrische infrastructuur, en knooppunt voor Noordzee grid.
- Testveld voor nieuwe prototypes offshore windturbine.
- Opslagplaats voor reserve-onderdelen.
- Experimenteerruimte voor mariene energiesystemen.
- Ontwikkeling en faciliteren van “zeeboerderijen” als (grootschalige) ontwikkeling van aquacultuur.
De pers in 2010:
Op dinsdag 16 februari 2010 werd er in de pers als volgt over geschreven:
PETTEN Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten pleit voor een haveneiland op zee om van daaruit beter onderhoud te kunnen verrichten aan windmolens.
Er zijn drie mogelijk locaties bedacht op afstanden van 80 tot 200 kilometer uit de kust. Een van die locaties is een plek die zo’n 80 kilometer uit de kust van IJmuiden ligt. Andere mogelijke plaatsen zijn boven de Waddenzee, of dichter bij de Britse kust.
Via de stichting Heden (Haveneiland Duurzame Energie Noordzee), waarin ook bedrijven vertegenwoordigd zijn, is al een begin gemaakt met het project door een procedure voor milieuvergunningen te starten.
‘Schuilhut’ op zee
Met het eiland is naar verwachting een investering gemoeid van 800 miljoen tot 1 miljard euro. Voorzitter Chris Westra van de stichting Heden zegt dat jaarlijks honderden miljoenen aan kosten te besparen zijn door wat hij noemt een ‘schuilhut’ op zee. Hij hoopt dat op een van die locaties tussen 2015 en 2020 een haveneiland zal verrijzen. De stichting heeft een zogeheten startnotitie ingediend in het kader van de milieueffectrapportage.
Een dergelijk eiland gelegen ten noorden van de Waddenzee zou kunnen betekenen dat ook Duitse windmolenparken daarvan gebruik kunnen maken. Een derde locatie, zo’n 200 kilometer uit de kust, zou ook interessant kunnen zijn voor windmolenparken die nu nog ‘bediend’ worden vanaf de Britste kust.
Onzeker avontuur
Het kabinet heeft de ambitie om in 2020 zo’n 20 procent van de energie in ons land duurzaam op te wekken. Om dat te bereiken zal ruim 35 procent van de elektriciteit duurzaam moeten worden opgewekt. Nu is dat nog 9 procent. Die groei zal niet te verwezenlijken zijn zonder grote windparken op zee.
Investeren in windmolens op zee is voor bedrijven een onzeker avontuur. Aan de molens moeten de nodige reparaties en het nodige onderhoud worden verricht. De weersomstandigheden op zee maken dat vaak uitermate moeilijk. De TU Delft heeft al een vaartuig ontwikkeld, waarvan het dek niet meeschommelt met de golven en dat daardoor geschikt is voor dit werk.
Eiland voor windmolens op zee (VARA)
Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) pleit voor een haveneiland op zee om van daaruit beter onderhoud te kunnen verrichten aan windmolens. Via de stichting Heden (Haveneiland Duurzame Energie Noordzee), waarin ook bedrijven vertegenwoordigd zijn, is hiermee een begin gemaakt door bij de overheid te beginnen met de procedure voor milieuvergunningen.
Met het eiland is naar verwachting een investering gemoeid van 800 miljoen tot 1miljard euro. Voorzitter Chris Westra van de stichting Heden zegt dat jaarlijks honderden miljoenen aan kosten te besparen zijn door wat hij noemt een ,,schuilhut” op zee. De stichting heeft een zogeheten startnotitie ingediend in het kader van de milieueffectrapportage.
Het gaat om drie locaties op afstanden van 80 tot 200 kilometer uit de kust. Een daarvan is ten noorden van de Waddenzee en de gedachte is dat ook Duitse windmolenparken daarvan gebruik kunnen maken. Een tweede locatie, zo’n 200 kilometer uit de kust, zou ook interessant kunnen zijn voor windmolenparken die nu nog ,,bediend” worden vanaf de Britste kust. De derde locatie ligt zo’n 80 kilometer uit de kust van IJmuiden. Chris Westra hoopt dat op een van die locaties tussen 2015 en 2020 een haveneiland zal verrijzen.
Het kabinet heeft de ambitie om in 2020 zo’n 20 procent van de energie in ons land duurzaam op te wekken. Om dat te bereiken zal ruim 35 procent van de elektriciteit duurzaam moeten worden opgewekt. Nu is dat nog 9 procent. Die groei zal niet te verwezenlijken zijn zonder grote windparken op zee.
Volgens Jos Beurskens van het ECN gaat het bij windmolens op zee niet om een vergrote versie van windmolens op land. De wieken van de nieuwste generatie windmolens op zee bestrijken een oppervlakte van twee voetbalvelden. De palen waarop de windmolens zijn gebouwd, krijgen enorme krachten te verwerken. De wieken van dergelijke molens hebben beweegbare delen, die inspelen op de windsnelheid, vergelijkbaar met de vleugels van vogels.
Investeren in windmolens op zee is voor bedrijven een onzeker avontuur. Aan de molens moeten de nodige reparaties en het nodige onderhoud worden verricht. De weersomstandigheden op zee maken dat vaak uitermate moeilijk. De TU Delft heeft al een vaartuig ontwikkeld, waarvan het dek niet meeschommelt met de golven en dat daardoor geschikt is voor dit werk. Dat neemt niet weg dat veel bedrijfstijd van windmolens verloren kan gaan, als niet snel tot een reparatie of onderhoud kan worden overgegaan. Daarom zitten bedrijven graag dichtbij de windmolens die op tientallen kilometers afstand van de kust komen. Een nieuw haveneiland is daarbij een welkome springplank.
In de stichting Heden werken ECN en TNO samen met bedrijven, waaronder baggerbedrijf Van Oord, bouwer Ballast Nedam en Tennet, de beheerder van hoogspanningsnetten. ANP
Nog meer te lezen over de berichten van toen en de reacties van de vissers:
http://visserijnieuws.punt.nl/content/2010/02/eiland-voor-windmolens-op-noordzee