Het gaat goed met windenergie van zee. Wind op zee zal een significante bijdrage leveren aan de Europese energietransitie, vooral in Noordwest-Europa. De Noordzee, de Oostzee en de Ierse zee bieden ruimte, er is voldoende wind en de publieke acceptatie is groot in vergelijking met wind op land. Subsidies speelden tot voor kort een grote rol maar die tijd lijkt voorbij. Zowel in Nederland als Duitsland zullen, als alles goed gaat, twee windturbineparken zonder subsidie worden gebouwd en onderhouden. Het is de verwachting dat daardoor deze sector sterk gaat groeien, nu deze energiebron concurrerend is geworden vergeleken met andere energiebronnen. Het lijkt samen met zonne-energie de goedkoopste energiebron te worden. Maar het kan nog goedkoper! Dat is de verwachting van zowel de industrie als kritische volgers. De windturbines zullen groter maar niet veel goedkoper worden. De verwachting is dat we over een paar jaar windturbines van 12 tot 15 MW zullen bouwen.
Tijdens de conferentie van DNVGL in Hamburg 10 en 11 april, waren er twee interssante presentaties over de mogelijke kostenreductie. Henrik Stiesdal, windenergie pionier en 40 jaar ervaring bij Vestas, Bonus and Siemens Wind Power is momenteel hoogleraar aan de Deense Technische Universiteit (DTU), legde uit dat toekomstige windturbineparken met grote molens minder kabels en onderhoud en onderhoud nodig hebben. Dit maakt de prijs van de opgewekte elektriciteit goedkoper.
Stiesdal liet ook zien dat innovaties zoals grotere rotoren, nieuwe controle systemen, sturen op turbulentie, vereenvoudigde elektrische infrastructuur en voortschrijdende vernieuwingen die moet leiden to robuuste turbines, de prijs verder zal drukken.
Morten Pilgaard Rasmussen, hoofd van de afdeling offshore technologie afdeling van “Siemens Gamesa Renewables”, liet ook zien dat de prijs van windenergie op zee nog verder in prijs zal zakken. Men verwacht dat een kWh minder dan een cent zal gaan kosten.