Voor het eerst is aangetoond dat vleermuizen voorkomen in de twee offshore windmolenparken op het Nederlands Continentaal Plat in de Noordzee: het Offshore Windpark Egmond aan Zee (OWEZ) en het Prinses Amalia Windpark (PAWP).
De soorten die zijn vastgesteld zijn de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) (zie foto, copyright René Janssen) en de rosse vleermuis (Nyctalus noctula). Van beide vleermuissoorten is bekend dat ze gedurende de trek grote afstanden kunnen afleggen. De waarnemingen kunnen dan ook goed betrekking hebben op migrerende dieren. Het is echter ook niet uitgesloten dat het om lokale populaties gaat die heen en weer vliegen vanaf het vasteland om te foerageren. Er zijn geen aanwijzingen dat de vleermuizen een verblijfplaats hebben in de windparken. Nader onderzoek, dat al is gestart, heeft tot doel meer informatie te verzamelen op welke wijze vleermuizen de offshore windparken gebruiken.
Het pilotonderzoek is in het najaar van 2012 uitgevoerd door the Fieldwork Company en IMARES Wageningen UR met medewerking van beide windparken. Aanleiding voor de pilot was Zweeds onderzoek waaruit bleek dat vleermuizen voorkomen in een offshore windpark in de Oostzee. Ook waren er al aanwijzingen dat vleermuizen voorkomen op het Nederlands Continentaal Plat: er zijn dieren op booreilanden en schepen aangetroffen en waarnemers van vogeltrek langs de kust zien met enige regelmaat vleermuizen vanuit zee naar land vliegen.
Ultrasone geluidsrecorders
Om aan te kunnen tonen dat vleermuizen voorkomen in de Nederlandse offshore windparken is onderzoek gedaan in de periode eind augustus tot eind oktober 2012, met behulp van ultrasone geluidsrecorders. Deze recorder registreert de sonar die de vleermuis tijdens het vliegen gebruikt om te navigeren en te foerageren. De meeste soorten zenden signalen uit die specifiek zijn voor de soort.
Met de apparatuur zijn in beide offshore windparken vleermuizen vastgesteld. In totaal zijn 189 roepsequenties opgenomen in Offshore Windpark Egmond aan Zee (29 aug-20 okt) en 25 in Prinses Amalia Windpark (4-23 sept), waarbij het in 98% van de gevallen ging het om de ruige dwergvleermuis en in 2% om de rosse vleermuis. De meeste vleermuisactiviteit is vastgesteld in begin september.
Toekomstig onderzoek
Het onderzoek heeft aangetoond dat ook in Nederlandse offshore windparken vleermuizen voorkomen. Er is nog zeer weinig bekend over trekroutes over de Noordzee en over het gebruik van offshore windparken als foerageergebied. Omdat vleermuizen beschermde dieren zijn is het van belang om meer onderzoek te doen, zodat in de toekomst rekening gehouden kan worden met de aanwezigheid van vleermuizen op zee. Het vervolgonderzoek is een eerste stap.