windenergie op zee

Offshore Windenergie voor de Hollandse kust

De ontwikkelingen van offshore windenergie voor de Hollandse kust.

De ontwikkelingen van windenergie op het Nederlandse deel van de Noordzee bevinden zich momenteel in de zogenaamde ronde 2. Uitgegeven vergunningen zijn verlengd en de  bouw van twee windturbineparken wordt voorbereid. In het Nationaal Waterplan zijn windgebieden op zee aangewezen zoals “IJmuiden ver” (ca. 80 km uit de kust) en Borssele. Voor de gebieden boven de Wadden en voor de Hollandse kust bevat het Nationaal Waterplan een zoekopdracht. In de zomer van 2012 is formeel de consultatie gestart voor de zoekgebieden. Men hoopt in 2013 een voorstel te kunnen formuleren. Tevens wordt er gewerkt aan innovatie- en natuurbeleid op zee.

 

Windenergie op zee kost nu ongeveer 17 ct/kWh; twee keer zoveel als bijvoorbeeld windenergie op land. Toch worden er op de Noordzee door onze buren op de Noordzee veel windcentrales ontwikkeld en gebouwd. Daarbij spelen Nederlandse (offshore) bedrijven een grote rol. De eerste windturbineparken zijn dichtbij de kust gebouwd. De trend is de projecten verder uit de kust te bouwen met grotere turbines, maar door de politiek wordt opnieuw gekeken naar windturbineparken onder de kust en zelfs binnen de 12 mijlszone. Uitvoering van de motie van het Tweede Kamerlid Van Veldhoven (D66) heeft geleid tot behoud van de afgegeven vergunningen tot 2020. De vergunninghouders zullen zeker van zich laten horen wanneer locaties dichtbij de kust geschikt worden bevonden voor het bouwen en exploiteren van windturbineparken. Zij zullen met graag hun vergunningen willen gebruiken om deze locaties te ontwikkelen.

 

In 2009 zijn twaalf vergunningen voor windturbineparken verstrekt. maar er zijn slechts twee subsidiebeschikkingen verstrekt. Een aan Typhoon Capital  (voorheen BARD) voor de GEMINI parken boven Schiermonnikoog en een aan Eneco voor het park Q10, nu Luchterduinen genoemd. Voor beide projecten is de Rijkscoördinatieregeling van toepassing voor het kabeltracé.  Dat wil zeggen dat de Rijksoverheid verantwoordelijk is voor de inpassing en de coördinatie van de vergunningverlening voor het kabeltracé door gemeentelijk gebied. Aanlandingplaats van de kabel van de Gemini parken is Eemshaven en van Luchterduinen Noordwijk.

 

In ronde 1 zijn de huidige windparken op zee vergund (Egmond en Amalia). In ronde 2 zijn de huidige vergunningen verstrekt en is subsidie toegekend aan Gemini windturbinepark en park Luchterduinen. Voor ronde 3 komt er wellicht een nieuw uitgifte stelsel en nieuwe gebieden zoals genoemd in het Nationaal Waterplan. Inmiddels gaat de ontwikkeling van het beleid en de technologische ontwikkeling van offshore windenergie door. Innovatief onderzoek wordt door de overheid gesubsidieerd en is gericht op kosten reductie. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zijn volop betrokken bij de ontwikkelingen van offshore windenergie.

overzicht parken

Nederlandse bedrijven hebben in 2011 circa € 1 miljard omgezet met windenergie op zee – het meeste in buitenlandse projecten. Daarmee is deze tak van energievoorziening interessant voor het verdienvermogen van Nederland. Voor de havens en bedrijven in Vlissingen, IJmuiden, Amsterdam en Eemshaven liggen er grote kansen vooral ook door de offshore activiteiten van Engeland en Duitsland.

Nederland

Belangrijk voor de IJmuiden / Amsterdam regio zijn de ontwikkelingen voor de Hollandse kust., het windturbineaprk Luchterduinen en demonstratiepark Leeghwater.
Eneco ontwikkelt het windturbinepark Luchterduinen. Het park komt 23 km uit de kust te liggen, tussen Noordwijk en Zandvoort. De 43 Vestas V112, 3.0 MW offshore windturbines hebben een gezamenlijk vermogen van 129 Megawatt. Voor de fundering is gekozen voor de monopaal met een diameter van ca. 5 meter. Vanaf een installatieschip of hefeiland wordt deze de grond in geheid. Het gewicht van de monopalen is tussen de 350 en 400 ton en de palen worden tot een diepte van ongeveer 25 meter de grond in geheid.

De bouw zal in juli 2014 starten en in de zomer van 2015 operationeel zijn. Partners in het project zijn Mitsubishi Corporation (MC), Vestas, Van Oord, Joulz en TenneT.

De technische gegevens van de Vestas offshore V112 zijn hier te zien. Voor de locatie Q4 wordt gedacht aan de allernieuwste Vestas 8MW offshore windturbine.

Demonstratiepark

Dan is er sinds kort een plan voor een demonstratiepark voor offshore windenergie, Leeghwater genaamd. Dit park heeft tot doel om de positie van de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen in staat te stellen haar innovaties te bewijzen en te tonen. Het moet de positie van Nederland op offshore windenergie gebied versterken. Het plan is gemaakt door een aantal bedrijven en organisaties van de offshore wind sector. (het is hier te downloaden)

In het demonstratiepark kan men kansrijke innovaties uitproberen om kostenreducties te bereiken. Dit is in commerciële windturbineparken vanwege de risico’s niet haalbaar. Demonstratiepark Leeghwater. Er zijn drie potentiële locaties voor het demonstratiepark, waarvan twee bij de Noord-Hollandse kust: Q4 (zie kaart boven) en Tromp (nr 7 op de kaart beneden) op de locatie “IJmuiden ver”. Dit zijn de locaties waar al vergunningen voor beschikbaar zijn.

 

pot locatiesEr is een besluitvormingstraject voorgesteld dat voorziet in een investeringsbesluit in 2015 en start van de bouw in 2016 en ingebruikname 2017. Voor de omvang van het windturbinepark denkt men aan een capaciteit van 300 MW met 50 tot 75 windturbines. Voor de inrichting van Q4 heeft Eneco door Ecofys een voorstel laten uitwerken waarin gebruik wordt gemaakt van 70 Vestas V112.
Op 18 december 2009 heeft initiatiefnemer Scheveningen Buiten B.V. (dochter van Eneco Wind B.V.) een vergunning verkregen voor het realiseren van offshore windturbinepark Scheveningen Buiten. Door het verleggen van scheepvaartroutes kan dit park niet gerealiseerd worden. Hiervoor is compenserende vergunningsruimte gevonden; Q4.

Eneco wil het windturbinepark te realiseren op de locatie Q4 West. Deze locatie bevindt zich ca. 26 km uit de kust van Bergen aan Zee en ligt achter (ten westen van) de reeds verleende vergunning Q4, zie bijgevoegde kaarten.

Layout q4

Locatie Q4 is dus een potentiële locatie voor het demonstratiepark of voor een commercieel park ter vervanging van Scheveningen Buiten.

 

 

Tijdlijn:

 

2014            start bouw windturbinepark Luchterduinen (Q10) van Eneco.

2015            ingebruikname Luchterduinen à investeringsbeslissing demonstratiepark.

2016            bouw demopark met 50 – 75 windturbines

2017            ingebruikname demopark

 

Wanneer over subsidies voor de volgende ronde en dus nieuwe windturbineparken zal worden besloten is afhankelijk van de politieke agenda en de urgentie die gevoeld wordt vanuit het klimaatbeleid.

 

Als het gaat om innovaties dan denkt men aan de volgende ideeën en bedrijven:

 

overzicht bedrijven

Engeland

Vattenfall (eigenaar van Nuon) en ScottishPower Renewables hebben samen de rechten verworven om het Britse windenergiegebied  “Zone 5”, East Anglia, te ontwikkelen. Ze hebben een joint venture gevormd: East Anglia Offshore Wind Limited (EAOW).
EAOW ontwikkelt op dit moment de eerste fase: East Anglia ONE, Offshore Windturbinepark, in het zuiden van het gebied. Het beslaat een oppervlakte van ongeveer 300 km2. De kleinste afstand tot de kust van Suffolk is 43,4 km.  Het vermogen (netaansluiting) van het park is 1.200 MW. Het windturbinepark zal bestaan uit 325 turbines voor de kust van Suffolk. Waarschijnlijk de Siemens, SWT 3.6 – 120. Voor de fundering wordt gebruikt gemaakt van een monopalen. Het windpark is onderdeel van het East Anglia gebied. Men hoopt met de bouw in 2016 te beginnen en in 2018 het park in bedrijf te hebben. East Anglia One is een van zes potentiële gebieden in het East Anglia gebied dat door de Britse overheid is aangewezen.

east anglia

 

bron:  http://www.eastangliawind.com/developing-the-zone.aspx

 

 

Over de auteur

Chris